Sardinië, bekend als “Serdegna” in de Sardijnse taal, heeft een rijke geschiedenis van wijnmaken die duizenden jaren teruggaat. Dit ruige en betoverende eiland, gelegen in het hart van de Middellandse Zee, is een smeltkroes van culturen, die elk hun stempel drukken op de wijntraditie van Sardinië.
De Feniciërs, Romeinen en later de Spanjaarden verbouwden allemaal druiven op het eiland, wat bijdroeg aan het gevarieerde aanbod aan druivensoorten die tegenwoordig in Sardijnse wijnen voorkomen. Een van de meest opvallende druivensoorten die inheems zijn op Sardinië is Cannonau, waarvan wordt aangenomen dat deze genetisch identiek is aan Grenache. Deze stevige rode druif gedijt goed in het warme en zonnige klimaat van Sardinië en produceert wijnen die rijk en vol van smaak zijn en vaak pronken met smaken van rijpe bessen, kruiden en mediterrane kruiden.
Vermentino, een frisse en aromatische witte druivensoort, is een ander juweel in de wijnbouwkroon van Sardinië. De Vermentino-wijnen worden gekweekt langs de kustgebieden van het eiland en staan bekend om hun verfrissende zuurgraad, citrusachtige aroma’s en hints van kruiden en zeezout, die de maritieme invloed van het eiland weerspiegelen.
Sardijnse wijnmakers hebben ook oude wijnbereidingstechnieken bewaard, zoals het rijpen van wijnen in ondergrondse klei-amforen. Deze traditionele methode geeft unieke smaken en texturen aan de wijnen, wat bijdraagt aan hun complexiteit en karakter.
Naast Cannonau en Vermentino beschikt Sardinië over een schat aan inheemse druivensoorten, waaronder Nuragus, Monica en Carignano, die elk bijdragen aan de gevarieerde wijnportfolio van het eiland.
Tegenwoordig krijgen Sardijnse wijnen erkenning op het internationale toneel en worden ze gevierd vanwege hun verschillende smaken, rijke geschiedenis en unieke terroir. Of het nu een robuuste Cannonau of een frisse Vermentino is, een glas Sardijnse wijn is een reis door eeuwenlange wijntraditie en de levendige smaken van de Middellandse Zee.
